Adellijke titels maken in Nederland geen deel uit van iemands naam. Ze vormen een categorie apart. In Duitsland is dat anders en dat kan vreemde gevolgen hebben.
Het afschaffen van de adel
Na de val van het Duitse Keizerrijk schafte de nieuwe Weimarrepubliek de adelsstand af. De nieuwe grondwet van 1919 bepaalde in artikel 109 kort maar krachtig:
Publiekrechtelijke voordelen of nadelen van geboorte of stand moeten worden opgeheven. Adellijke titels zijn uitsluitend een deel van de naam en mogen niet meer worden verleend.
Daarmee waren adellijke titels gedegradeerd tot een deel van de achternaam. Graaf Albrecht zu Stolberg-Wernigerode ging dus voortaan door het leven als Albrecht Graf zu Stolberg-Wernigerode, waarbij Graf zu Stolberg-Wernigerode zijn achternaam was.
In 1920 volgde een aanvullende wet, die het eind betekende van titels die alleen door het hoofd van een familie werden gedragen, zoals koning, groothertog en vorst. Iemand die zo’n titel voor 1919 al rechtmatig voerde, mocht hem als deel van zijn achternaam blijven dragen, maar bij zijn overlijden stierf de titel uit.
Zijne Majesteit de Koning van Württemberg werd dus meneer König von Württemberg. Zijn beoogde opvolger is echter nooit König gaan heten, maar bleef Herzog von Württemberg.
Mevrouw de hertog
Als titels een deel van de achternaam vormden, waren ze voortaan ook onveranderlijk. Dit leverde bij vrouwen een probleem op. De na 1919 geboren dochter van een Herzog von Württemberg zou immers de achternaam van haar vader onveranderd moeten overnemen. Geen Herzogin dus, maar mevrouw Herzog von Württemberg.
Hierover heeft een jarenlange juridische strijd gewoed. Uiteindelijk vond men “mevrouw de hertog” toch niet wenselijk en mochten de echtgenote en de dochter van een “adellijke” man de vrouwelijke variant van zijn naam aannemen: Herzogin von Württemberg, Gräfin zu Stolberg-Wernigerode.
Een Prinz is nog geen prins
Na 1919 waren de oude huiswetten van vorstenhuizen waarin werd bepaald wie wel en niet een bepaalde titel mocht voeren, natuurlijk ook niet meer geldig.
Dit betekende dat allerlei personen sindsdien een “titel” konden voeren terwijl ze geen (volwaardig) lid waren een adellijke familie.
Zo kun je ook in Duitsland de achternaam van je moeder krijgen. De dochter van een burgerman en een Prinzessin von Sachsen kan dus heel goed Prinzessin von Sachsen heten en zich als prinses presenteren, zoals Xenia Prinzessin von Sachsen in het BBC-programma Undercover Princesses deed. Een prinses is zij volgens de adellijke traditie echter niet.
“Adel” door adoptie
Xenia heeft echter tenminste nog wat vorstelijk bloed door haar aderen stromen. Er is nog een andere categorie “valse adel” waarvoor zelfs dat niet geldt.
Duitsland kent het merkwaardige verschijnsel van de volwassenenadoptie. Bij adoptie hoort uiteraard ook het overnemen van de achternaam van je nieuwe ouder.
Al snel begrepen verschillende verarmde edellieden dat sommige mensen grof geld over hebben voor een “titel”. Zij begonnen dus mensen voor geld te adopteren en creëerden een hele nieuwe klasse van adoptieadel.
Een ook in Nederland bekend voorbeeld van zo’n nepprins is Mario-Max Schaumburg-Lippe, die meedoet aan het SBS6-programma Prins zoekt vrouw. Hij kreeg de achternaam Prinz zu Schaumburg-Lippe door adoptie en heeft geen enkele bloedband met het vorstenhuis Schaumburg-Lippe.
Zo begint de Duitse adel steeds meer te verwateren. Onder de echte adel is het nog ons kent ons, maar de buitenstaander kan vaak moeilijk bepalen of iemand echt vorstelijk is of een nepper als Xenia of Mario-Max. Juridisch is er natuurlijk ook helemaal geen verschil: het is maar een naam.