Een goed katholiek geeft zijn kind een naam met de heiligenkalender in de hand. Normaal kies je dan gewoon de voornaam van de heilige die vermeld staat op of rond de geboortedatum van je kind, maar op de Nederlandse Antillen doen ze het vaak wat anders.
Bisschop en martelaar
Antilliaanse katholieken kijken ook in de heiligenkalender, doorgaans de Spaanstalige Almanaque de Bristol, maar nemen geregeld letterlijk over wat er bij een datum vermeld staat. Een kind dat is geboren op 24 juni, de feestdag van de geboorte van Johannes de Doper, heet dan niet gewoon Juan, maar voluit Natividad de San Juan Bautista, letterlijk “Geboorte van Sint-Jan de Doper”. Zo staat het immers in de almanak.
Deze manier van naamgeving resulteert in voornamen als de volgende:
- Adam y Senen Martires (CuraƧao 1839): Abdon en Senen martelaren
- Armando Rafael Antonio de Jesus Maria y HosƩ (CuraƧao 1874): Armand Rafaƫl Antonius van Jezus Maria en Jozef
- Asencion de la Cruz (Aruba 1876): Hemelvaart van het Kruis
- Circuncision (Aruba 1908): Besnijdenis
- Clement Papa y Martir (CuraƧao 1876): Clemens paus en martelaar
- Francisco Carracilo y San Saturnino (CuraƧao 1873): Franciscus Caracciolo en Sint-Saturninus
- Girigorie Papa i Doctor (CuraƧao 1873): Gregorius paus en kerkleraar
- Helena Emperatriz (CuraƧao 1909): Helena keizerin
- Heriberto Obispo y Confesor (CuraƧao 1846): Heribert bisschop en belijder
- Invencia de la Santa Cruz (Aruba 1890): Vondst van het Heilig Kruis
- JosƩ Thomas del Rosario de la Chiquinquira (CuraƧao 1898): Jozef Thomas van de Rozenkrans van ChiquinquirƔ
- Josephita Esposa del SeƱor (CuraƧao 1893): Josephita Vrouw van de Heer
- Leocadia Virgen y Marti (CuraƧao 1872): Leocadia maagd en martelares
- Mateo Apostel y Evangelista (CuraƧao 1849): MatteĆ¼s apostel en evangelist
- Narcisso Obispo y Martir (CuraƧao 1847): Narcissus bisschop en martelaar
- Natividad de San Juan Bautista (CuraƧao 1905): Geboorte van Sint-Jan de Doper
- Norberta Obispo-y-Fundador (CuraƧao 1887): Norberta bisschop en oprichter
- Nuestra SeƱor del Pilar (CuraƧao 1835): Onze Lieve Vrouw van de Pilaar
- Nuestra SeƱora de los Angeles (CuraƧao 1864): Onze Lieve Vrouw der Engelen
- San Antonino de Florencia Obispo Carmelita (CuraƧao 1883): Sint-Antoninus van Florence bisschop karmeliet
- San Ildefonso Arzobispo y Santa Emerenciana (CuraƧao 1837): Sint-Ildefonsus aartsbisschop en Sint-Emerentiana
- San Romulo Obispo y Martir (CuraƧao 1871): Sint-Romulus bisschop en martelaar
- Santa Rita de Casia y Quiteria y Julita (CuraƧao 1881): Sint-Rita van Casia en Quiteria en Julita
- Santa Zacarias i Santa Isabel (CuraƧao 1871): Sint-Zacharias en Sint-Elisabeth
- Sara Maria del Perpetuo Socorro (CuraƧao 1903): Sara Maria van de Altijddurende Bijstand
- Silvester Papa y Confesor (CuraƧao 1901): Silvester paus en belijder
- Teresa de Jesus Virgen y fundadoro (CuraƧao 1878): Theresia van Jezus maagd en oprichtster
- Teresa del Jesus de la Trinidad (CuraƧao 1887): Theresia van Jezus van de Drievuldigheid
- Todos los Santos (Bonaire 1888): Allerheiligen
- Virginia Maria de las Angustias del corazon de Jesus (CuraƧao 1865): Virginia Maria van Smarten van het Hart van Jezus
(De vele spelfouten kan ik niet goed verklaren. Wellicht schreven Nederlandse ambtenaren van de burgerlijke stand de namen op het gehoor op, konden de ouders nauwelijks schrijven of gaat het om invloed uit het Papiaments.)
Geestige vergissingen?
De traditionele verklaring voor deze manier van naamgeving is de gebrekkige ontwikkeling van de bevolking. A. Huizinga citeert in zijn bekende Encyclopedie van voornamen (1957) een zekere pater Latour:
Door de geringe ontwikkeling van de bevolking in vroeger dagen, nam men soms namen, die geen persoonsnamen zijn, zoals: Martir (martelaar), Obispo (bisschop), e.d. Men zag die woorden in de almanak achter de naam van een heilige staan en meende, dat het ook een naam was.
In de Amigoe di CuraƧao van 29 maart 1947 vinden we een soortgelijke uitleg:
Ietwat geestig doen de vergissingen aan, die men maakt bij het geven van heiligennamen. Zoals bekend, is dƩ methode om een naam voor het kind te zoeken, dat men de Bristol kalender opslaat. Maar niet iedereen is zodanig thuis in de termen van de hagiobiografie, dat hij titels en soortnamen van eigennamen kan onderscheiden.
Het gevolg is, dat bijvoegingen als Bisschop, Paus, Aartsengel, Heilige, Martelaar en Belijder dienst gaan doen als voornamen. Men ontmoet op Bonaire; Celestino Papa, Leon Papa, Federico Pontifex, Genaro Obispo, Gabriƫl Archangel, Santyi Nicasia, Pedro Martyr, Antonio Confessor, Felipo Neris, Bergamo.
Een naam alsĀ Narcisso Obispo y Martir zou dus zijn gegeven door onwetende ouders die de woorden “obispo” en “martir” niet kennen. Ik kan me dat niet goed voorstellen.
Ten eerste is kennis van het Spaans op Aruba, Bonaire en CuraƧao traditioneel wijd verbreid. Ten tweede luiden de woorden “bisschop”, “martelaar” en “paus” in het Papiaments, de algemene omgangstaal daar, net als in het Spaans obispo, martir, en papa. Dat de ouders deze woorden niet gekend hebben, lijkt me dus erg stug.
Ten derde komen soortgelijke namen ook in andere landen voor. Bij het zoeken naar Antilliaanse voornamen vond ik ook nog een in Venezuela geboren Josefa Maria de Cervelion de Jesus Joaquin i Ana (Josefa Maria van CervellĆ³ van Jezus, Joachim en Anna). Dichter bij huis vinden we in de Spaanse koninklijke familie doopnamen als Todos los Santos (Allerheiligen) en Luis Rey de Francia (Lodewijk koning van Frankrijk). Ook bij Duitse katholieken, en dan vooral bij de adel, zie je wel namen als Franz von Assisi, Karl der GroĆe en et omnes sancti. Bepaald geen teken van een “geringe ontwikkeling” dus!