In de tuin van mijn moeder zag ik gisteren dat een voorheen onbewoonde bloembak was gekraakt door een dwergplantje met witte bloempjes: bosveldkers.
Bosveldkers is de in het bos groeiende vorm van veldkers, dat zelf de in het veld groeiende vorm van tuinkers is.
Bosveldkers draagt de wetenschappelijke naam Cardamine flexuosa. Tuinkers is Lepidium sativum. Maar op de Naamlijst van de Nederlandse Vaatplanten zoek je vergeefs naar een soort die veldkers heet.
Dus wat is veldkers eigenlijk?
Kers is volgens het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands een ‘benaming voor bepaalde planten uit de kruisbloemenfamilie met eetbare blaadjes met een scherpe smaak’. Engels: cress. Duits: Kresse. Niet te verwarren met de in het Nederlands gelijknamige rode vrucht, die in het Engels cherry en in het Duits Kirsche heet.
De Friese historieschrijver Simon Abbes Gabbema onderscheidt in zijn Friesche lust-gaarde ofte boom-heester-bloem- en kruyd-waaranda (1687) drie soorten kers: tuyn-kers, waatter-kersze en veld-kersze.
De in Gabbema’s tijd algemeen bekende tuinkers placht ‘in onzer Vaaderen tijdden, ’t eerลฟte gerecht te weezen, dat op taafel gezet wierde met Zout, Olijรซ en Azijn bereyd’. Het was ‘van aangenaame ลฟmaak, maar bijttende’.
Waterkers prees hij als ‘een goede Zalaad in Wintter-tijd’.
Veldkers werd daarentegen ‘in Zalaad niet geprezen’. Vanwege de scherpe, kardemomachtige smaak heette dit wit of roze bloeiende plantje ook kardamine. Een andere naam was pinkxter-bloem.


Voor de eerste en laatste plant vermeldt Gabbema Latijnse namen: de tuinkers heette Nasturtium hortense en de veldkers Nasturtium pratense. Letterlijk de ’tuin-nasturtium’ en de ‘veld-nasturtium’. (Gabbema’s waterkers is waarschijnlijk de witte waterkers, Nasturtium officinale, vroeger ook Nasturtium aquaticum genoemd.)
We vinden Nasturtium hortense en Nasturtium pratense terug bij Linnaeus, die de tuin-nasturtium Lepidium sativum noemt en de veld-nasturtium Cardamine pratensis. Linnaeus’ namen zijn nog steeds in gebruik.
Lepidium sativum noemen wij net als in Gabbema’s tijd tuinkers. Cardamine pratensis heet in deel 1 van de Flora Batava uit 1800 nog veldkers, maar de Commissie voor Nederlandsche Plantennamen gaf begin twintigste eeuw de voorkeur aan het in de volksmond veel gangbaardere pinksterbloem.
De echte veldkers is dus de pinksterbloem.
De commissie handhaafde veldkers wel als naam voor Cardamine, het geslacht waartoe de pinksterbloem behoort. Het geslacht veldkers is dus vernoemd een soort die al meer dan een eeuw niet meer zo heet.