Op 13 augustus 1877 vermoordde G. Mestdagh zijn vrouw Jeanne Vingerhoets. Hij sneed het lijk in meer dan 130 stukken en gooide het in de beerput.
Op dit gruwelijke verhaal stuitte ik toen ik op zoek was naar informatie over de familie van mijn betovergrootmoeder Maria Gertruda Huberta Asselberghs. Het slachtoffer was weduwe van een zekere heer Asselberghs en moet dus ergens in mijn stamboom passen – al weet ik helaas nog niet precies hoe.
Het Nieuwsblad van Roermond berichtte op 9 januari 1878 uitvoerig over de moord, die zich in Antwerpen afspeelde. Geen detail werd de lezer bespaard:
Antwerpen, 4 Jan. Dezer dagen werd hier een vreeselijke misdaad ontdekt, die in den nacht van 13 Augustus jl. zou zijn gepleegd. De steenhouwer G. Mestdagh leefde reeds lang in oneenigheid met zijn vrouw, J. Vingerhoets, wed. Asselberghs, en deze werd meermalen door hem mishandeld.
Den 12 Augustus jl. nu lag de vrouw ziek te bed wegens mishandelingen door haar man, zoodat haar dochter haar een bezoek kwam brengen.
Den volgenden dag kwam de dochter weder naar haar moeder zien, doch deze was niet te vinden en volgens verklaringen van den echtgenoot zou zij het huis hebben verlaten. Doch hieraan hechtte men geen geloof en men dacht alras aan moord, doch het ontbrak aan bewijzen en de politie kon Mestdagh niet arresteeren.
Eenige dagen geleden nu, zou de verdachte gaan verhuizen en de buren beweerden dat hij het in zijn woning niet meer kon uithouden, zijn geweten begon te spreken.
Intusschen drongen de kinderen van de overledene steeds op nader onderzoek aan en zoo besloot men opnieuw tot een huiszoeking. Men kwam op het denkbeeld om den beerput te ledigen en ziet…. werkelijk vond men daarin de overblijfselen van het lijk van de vrouw ; doch in een ongeloofelijken vorm : – de moordenaar had zijn vrouw in 130 stukken gesneden en die in het geheim gemak geworpen.
Natuurlijk heeft de ontdekking van deze gruwelijke misdaad hier veel sensatie te weeg gebracht.
De afgrijselijkste bijzonderheden zijn nader bekend gemaakt omtrend de gruweldaad, welke de persoon van Mestdagh te Antwerpen jegens zijn vrouw gepleegd heeft. Men heeft tot dusver niet minder dan 152 stukken gevonden van het menschelijk lichaam, dat op de meest afschuwelijke wijze is verminkt en gekorven. Noch de beenen noch de armen waren tot hiertoe ontdekt. Al de groote beenderen ontbraken evenzeer. De woestaard had alle deelen van het lichaam doen verdwijnen, welke de identiteit en de sekse van de vermoorde persoon konden aanwijzen. Nogtans zijn er in dat opzicht wel enkele aanwijzingen, als voren, waarin gaatjes voor oorhangers en dergelijke. Mestdagh bleef aanvankelijk volhouden, dat zijn vrouw, in oneenigheid met hem levende, de gemeenschappelijke woning had verlaten. De voornaamste getuige Γ charge is een vrouw uit de buurt, met wien de verdachte in ongeoorloofde betrekking stond.
Thans heeft Mestdagh schuld bekend. Hij heeft dit gedaan toen hij voor de overblijfselen van zijn vrouw was gebracht. Hij heeft ook de plaats aangewezen waar hij op een begraafplaats (Kiel) de beenderen geborgen heeft. De misdaad schijnt in den nacht van den 13n op den 14n Aug. volbracht te zijn. Mestdagh is eerst 33 jaar oud ; zijn vrouw was bijna 50 en had eenig vermogen. Hebzucht schijnt dus ook een rol in deze vreeselijke misdaad te spelen.
Afgezien van het bovenstaande vond ik alleen nog een artikel uit het Journal d’Ypres van 12 januari 1878. Dat biedt echter weinig extra informatie. Ik weet dan ook niet of Mestdagh is veroordeeld – maar het zal haast wel.