Familieadvertenties waren begin negentiende eeuw een stuk informeler en persoonlijker dan tegenwoordig. De jammerklacht die Christiaan Philip Winckel op 22 september 1803 in de Rotterdamse Courant liet plaatsen is daarvan wel een heel sterk voorbeeld.
De Hand des Eeuwigen heeft my heden den gevoeligsten slag toegebragt, door myne geliefde en onvergetelijke Huisvrouwe, WILHELMINA SCHINDLER, van myn hart aftescheuren en overtebrengen in een beter leven.
Na een langdurend smertelyk lyden van 22 weken, gevolgen van eene bevalling van Tweelingen, ontsliep zy, in den ouderdom van byna 39 Jaren, na eene genoeglyke en gezegende Echtverbindtenisse van ruim 18 Jaren:
Elf nog onverzorgde Kinderen storten met my tranen, om het gemis van zulk eene liefderyke Echtgenoote, teedere en Kinderlievende Moeder.
— De overtuiging, dat des Heeren weg, in dezen met my gehouden, wys en goed is; het gevoel dat het betamelyk is, my dien harden weg te laten welgevallen; het vertrouwen op zyne magtige ondersteuning, en de hoop des wederziens, zyn de troostgronden, op welken myn bloedend hart steunt.
Nabestaanden en Vrienden, die eenige betrekking op my hebt, gevoelt medelyden met my, doch betuig my uwe deelneming niet in Brieven, die telkens myne smerten zouden vernieuwen; – zoo zal ik langzamerhand den Heere leeren zwygen en genezing van Hem verwagten.
Bergen-op-Zoom
den 17 September 1803.C. PH. WINCKEL,
Predikant te Halsteren.