Sommige mensen beschouwen het hebben van veel voornamen als chic. Niet Ferdinand Bordewijk, die vijf van zijn zes namen liet schrappen.
Bordewijks gezinskaart
Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil Bordewijk werd op 10 oktober 1884 in Amsterdam geboren als zoon van Hendrik Ferdinand Bordewijk, geboren 20 december 1839. De Arrondissementsrechtbank te Den Haag verleende hem op 13 maart 1919 toestemming zijn zes voornamen te reduceren tot Ferdinand.
Bordewijk was jurist, maar kennelijk was de gemeenteambtenaar daar niet helemaal zeker van: achter “Mr” staat een vraagteken. Blijkens de achterkant van de gezinskaart was hij advocaat en procureur van beroep.
Op 1 augustus 1914 trouwde Bordewijk met Johanna Suzanna Hendrina Roepman, geboren 4 augustus 1892 te Rotterdam. Zijn broer Hugo was op 4 april 1914 met haar zus Adèle getrouwd. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: Robert Ferdinand en Nina.
Ferdinand en Johanna woonden vanaf 1 augustus 1914, de dag van hun huwelijk, op het adres Laan van Nieuw Oost-Indië 214. Op 28 april 1922 verhuisden ze naar de Schenkkade 219 en op 3 april 1928 naar de Tweede Van den Boschstraat 36.
De huwelijksakte van Ferdinand Bordewijk en Johanna Roepman
Heden den eersten Augustus negentien honderd veertien, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ‘s-Gravenhage in het Huis der Gemeente verschenen: Meester Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil Bordewijk, oud negen en twintig jaren, advocaat en procureur, geboren te Amsterdam, wonende alhier, meerderjarige zoon van Hendrik Ferdinand Bordewijk, oud vier en zeventig jaren en van Johanna Wilhelmina Apolonia van Bijlevelt, beiden zonder beroep en wonende alhier, de vader alhier tegenwoordig en consenteerende, de moeder toestemmende bij authentieke akte,
En Johanna Suzanna Hendrina Roepman, oud een en twintig jaren, zonder beroep, geboren te Rotterdam, wonende alhier, meerderjarige dochter van Maarten Adrianus Roepman, oud vier en vijftig jaren, en van Elizabeth Ringleven, oud een en vijftig jaren, beiden zonder beroep en wonende alhier, alhier tegenwoordig en consenteerende, die ons verzocht hebben over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, waarvan afkondiging zonder verhindering alhier heeft plaats gehad op den achttienden Juli dezes Jaars.
De comparanten hebben ons overgelegd de bij de Wet voorgeschreven akten en bescheiden, zij verklaarden elkander aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelijk te zullen vervullen alle de plichten door de Wet aan den huwelijken staat verbonden, waarna wij in naam der Wet hebben verklaard dat hun huwelijk is voltrokken. Als getuigen waren tegenwoordig Hendrik Ferdinand Bordewijk, oud een en veertig jaren, commies bij het departement van Binnenlandsche Zaken, broeder van den bruidegom, Leonard Joseph de Sterke, oud vijf en veertig jaren, koopman in linnen, beiden wonende alhier, Meester Doctor Hugo Willem Constantijn Bordewijk, oud vier en dertig jaren, Rijks tuinbouw leeraar, wonende te Bennekom gemeente Ede, broeder van den bruidegom, en Meester Johann Gerhard Schürmann, oud zes en dertig jaren, advocaat en procureur, wonende te Scheveningen.
Wij hebben hiervan deze akte opgemaakt en na voorlezing onderteekend met de comparanten, zijnen vader, hare ouders en de getuigen.
De huwelijksakte van Hugo Bordewijk en Adèle Roepman
Heden den vierden April negentien honderd veertien, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Gravenhage in het Huis der Gemeente verschenen: Meester Doctor Hugo Willem Constantijn Bordewijk, oud vier een dertig jaren, leeraar aan de Rijks Hogere Land- Tuin en Boschbouwschool, geboren alhier, wonende te Wageningen, gescheiden echtgenoot van Henriette Johanna Maria Moret, meerderjarige zoon van Hendrik Ferdinand Bordewijk en van Johanna Wilhelmina Apolonia van Bijlevelt, beiden zonder beroep en wonende alhier.
En Adèle Catharina Roepman, oud vier en twintig jaren, zonder beroep, geboren te Rotterdam, wonende alhier, meerderjarige dochter van Maarten Adrianus Roepman, oud vier en vijftig jaren, en van Elizabeth Ringleven, oud een en vijftig jaren, beiden zonder beroep en wonende alhier, alhier tegenwoordig en consenteerende, die ons verzocht hebben over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, waarvan afkondiging zonder verhindering alhier heeft plaats gehad
alsmede te Wageningen op den een en twintigsten Maart dezes Jaars.De comparanten hebben ons overgelegd de bij de Wet voorgeschreven akten en bescheiden, zij verklaarden elkander aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelijk te zullen vervullen alle de plichten door de Wet aan den huwelijken staat verbonden, waarna wij in naam der Wet hebben verklaard dat hun huwelijk is voltrokken. Als getuigen waren tegenwoordig Hendrik Ferdinand Bordewijk, oud vier en zeventig jaren, zonder beroep, vader van de bruidegom, Doctor Wouter Wisso van der Meulen, oud vijf en veertig jaren, geschiedkundige, Doctor Johannes Lodewijk Walch, oud vijf en dertig jaren, letterkundige en Doctor Willem Frederik Stutterheim, oud een en veertig jaren, Conrector van een gymnasium, neef van den bruidegom, allen wonende alhier.
Wij hebben hiervan deze akte opgemaakt en na voorlezing onderteekend met de comparanten, zijnen vader, hare ouders en de getuigen.