Marjolein Droomelot en Herman Samuel Falkland. De toneelschrijver Herman Heijermans was zijn tijd ver vooruit toen hij zijn kinderen in de jaren 20 deze namen gaf.
Herman Samuel Falkland
Heijermans (1864-1924) was bijzonder populair, vooral vanwege zijn Falklandjes, korte verhalen die hij onder het pseudoniem Samuel Falkland schreef. Hij identificeerde zich kennelijk zo met dezeΒ nom de plume dat hij zijn op 13 november 1922 in Amsterdam geboren zoon ernaar vernoemde. Herman Samuel Falkland, twee keer vernoemd naar zijn vader.
H.S.F. Heijermans is waarschijnlijk de enige Nederlander met de voornaam Falkland gebleven. Tegenwoordig is er in ieder geval niemand meer die zo heet.
Marjolein Droomelot
Twee jaar eerder had Heijermans zijn dochter (Amsterdam, 7 januari 1920) een minstens even bijzondere naam gegeven: Marjolein Droomelot. De tweede voornaam was een fantasienaam uit zijn toneelstuk De schoone slaapster (1910). Een leuke vondst die, voor zover ik kan nagaan, net als Falkland verder geen navolging heeft gevonden.
Marjolein was in 1920 bijna net zo bijzonder als Droomelot. Tegenwoordig is Marjolein doodgewoon, er zijn meer dan 17.000 vrouwen die zo heten, maar in 1920 was deze naam gloednieuw. Ik heb maar één eerdere naamdraagster gevonden, een zekere Marjolein Brugsma uit 1915. Misschien kende Heijermans haar?
Marjolein begon eind jaren 30 een beetje opgang te maken en was rond 1980 op het hoogtepunt van zijn populariteit. Er zijn tegenwoordig meer dan 17.000 vrouwen die zo heten. Het zou me niets verbazen als Heijermans sterk aan de opkomst van deze naam heeft bijgedragen, want behalve hijzelf verscheen ook zijn dochter regelmatig in de krant.
Verboden namen?
Dagblad Het Centrum citeerde op 7 februari 1920 de Nieuwe Courant, die betwijfelde of Marjolein Droomelot wel echt zo heette:
Zij betwijfelt echter of het den bedoelden schrijver is gelukt hier in Holland zijn dochter onder die buitennissige voornamen in de registers ingeschreven te krijgen, want er schijnt zoo iets van een officieele lijst van voornamen te bestaan, waarvan niet afgeweken mag worden.
Dat laatste klopt niet, maar de Nieuwe Courant had wel een punt. Volgens de toen geldende naamwet waren alleen voornamen toegestaan die voorkwamen in de oude geschiedenis en in de heiligenkalender. Falkland, Marjolein en Droomelot hadden dus niet mogen worden geaccepteerd. Maar de Amsterdamse burgerlijke stand was ook in de jaren 20 al ruimdenkend. De kinderen heetten echt zo: