Het hondenluldragende kappertje

Linnaeus gaf in deel 1 van zijn Species plantarum (1753) bijna 3000 plantensoorten een wetenschappelijke naam. Waaronder deze:

Capparis cynophallophora. Van de Griekse woorden kapparis ‘kappertjesplant’, kyลn ‘hond’, phallos ‘fallus’ en phora ‘dragend’. Het hondenluldragende kappertje dus.

De vruchten zijn inderdaad suggestief van vorm:

Leonard Plukenet, Phytographia 3 (1692): tab. CLXXII fig. 4

‘No other person or people in the world seemed to have noted that similarity until Linnaeus pointed it out’, schreef Daniel F. Austin in Florida Ethnobotany (2004: 165). Dat is wat te veel twijfelachtige eer, want Leonard Plukenet schreef elf jaar voor Linnaeus’ geboorte al over de ‘HONDENLULDRAGER, of Hondenlul van de Cariben‘ (Almagestum botanicum: 126. 1696), een boom met ‘falloรฏde’ vruchten:

Leonard Plukenet, Almagestum botanicum (1696): 126

‘๐”‡๐”ฌ๐”ค-๐”“๐”ฏ๐”ฆ๐” ๐”จ Barbadenลฟibus, dicta’, verklaarde hij. ‘Door de inwoners van Barbados “dog-prick” genoemd.’

๐Ÿคž Nieuwe blogs in je mail?

Volgen kan ook via Mastodon en RSS.