“Job pakte een potscherf om zich te krabben, terwijl hij in het stof en het vuil zat“, zo lezen we in het Bijbelboek Job (2:8). Wat dat met namen te maken heeft? In 1611 is naar deze passage een kind vernoemd.
In augustus van dat jaar trof men op een vuilnishoop in Londen een pasgeboren jongetje aan. Hij werd op 1 september in de kerk St Helen’s Bishopsgate gedoopt en kreeg daarbij de voornaam Job-rakt-out-of-the-asshes (‘Job uit het vuil geschraapt’). De kleine Job – zo zal ik hem maar noemen – stierf een dag later.
20 jaar eerder werd in Salehurst gedoopt: Safe-on-highe Hopkinson. Ook hij stierf al snel. Gezien zijn naam (‘veilig boven’) hadden zijn ouders dat al zien aankomen.
Dit soort namen horen thuis bij de puriteinen, een Engelse groepering van protestanten in de 16e en 17e eeuw die radicaal brak met de voorheen geldende naamgevingstradities. Dat leidde vaak tot zeer opmerkelijke voornamen. Hier nog een paar voorbeelden uit het boek Curiosities of Puritan Nomenclature van Charles W. Bardsley (Londen 1880):

'Job op den Mesthoop' (Figures de la Bible, Den Haag 1728)
- Be-thankful
- Do-good
- Faint-not
- Faith-my-joy
- Fear-God
- Fight-the-good-fight-of-faith
- Flie-fornication
- From-above
- God-reward
- Hate-evill
- Help-on-high
- If-Jesus-Christ-had-not-died-for-thee-thou-hadst-been-damned
- Jesus-Christ-came-into-the-world-to-save
- Joye-in-sorrow
- Learn-wysdomme
- Make-peace
- No-merit
- Search-the-scriptures
- Search-truth
- Sory-for-sine
- Stand-fast-on-high
- The-Lord-is-near
- Zeal-for-God
Nederlandse voorbeelden van dit soort namen ken ik helaas niet, maar wel een Duits voorbeeld. In Duitsland is Frieden Rousseau (geboren in 1983) is de laatste jaren meermaals vanwege zijn naam in het nieuws gekomen. Hij heet voluit Frieden mit Gott allein durch Jesus Christus.
Maarten (via Facebook) zegt
Van If-Jesus-Christ-had-not-died-for-thee-thou-hadst-been-damned Barbon gaat het hardnekkige verhaal dat hij door het leven ging als “Dr. Damned Barbon”, maar volgens andere bronnen noemde hij zich Nicholas. Verder weet ik helaas weinig over de roepnamen.
Nog een mooie die ik net pas vond: “Judas-Not Iscariot”.
Ook typisch puriteins zijn de deugdnamen (virtue names). Vooral voor de dames natuurlijk: Temperance, Patience, Prudence, Chastity, Obedience, Humiliation.
Temperance is tegenwoordig weer in de mode vanwege dr. Temperance Brennan, de hoofdpersoon van de tv-serie Bones.
Merel (via Facebook) zegt
Flie-fornication is toch wel favoriet! Enig idee hoe deze mensen in het dagelijks leven genoemd werden?
Jack zegt
Zo’n naam als Job-rakt-out-of-the-asshes, was die nou serieus bedoeld? Het lijk mij eerder een grap.
Maarten van der Meer zegt
Moeilijk in te schatten, maar ook Charles W. Bardsley, die deze doopinschrijving in 1880 aanhaalde, noemde de naam “somewhat grim fun”.
Yvette Hoitink zegt
Hoort Dieudonne (met trema, lukt niet op foon) ook niet in dat rijtje thuis? Die naam komt wel in Nederland voor.
Maarten van der Meer zegt
Dieudonné is zeker een vergelijkbare naam, maar niet puriteins.
“Zin-namen” kwamen al bij de oude Israëlieten voor. Johannes betekent ‘Jahweh is genadig’ en Michaël ‘wie is als God?’. Vroege christenen, ik geloof vooral in Noord-Afrika, namen dit naamgevingsprincipe in het Latijn over en knutselden namen als Deusvult (‘God wil het’), Quodvultdeus (‘Wat God wil’), Adeodatus (‘door God gegeven’) en Deusdedit (‘God heeft gegeven’). Van deze laatste naam is het Franse Dieudonné afgeleid.
Maarten van der Meer zegt
Ik vind Prudence een prachtige naam 🙂
Maarten van der Meer zegt
Godfried is een oude Germaanse naam, maar doet sterk denken aan de namen van de piëtisten, een protestantse beweging in Duitsland die net als de puriteinen begon zelf namen te bedenken. Ze maakten het niet zo bont als de Engelsen, maar zijn toch verantwoordelijk voor een reeks mooie nieuwe namen: Fürchtegott, Glaubrecht, Gotthilf, Gotthold, Gottlieb, Gottlob, Helfgott, Leberecht, Traugott.