Terug naar een lijst met toegestane voornamen?

Vandaag kreeg ik van mijn zus dit boekje, dat ze ergens voor een euro op de kop had getikt. Een boekje over voornamen uit 1948, maar niet zomaar een namenboekje.

onze-voornamen

Burgerlijke stand

Onze voornamen van J.A. Meijers en J.C. Luitingh lag vroeger in veel gemeentes op het bureau van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Kwam je je kind aangeven en gaf je een voornaam op die hij niet kende, dan zocht hij hem op in Meijers en Luitingh. Stond de naam daar niet in, dan ging het feest niet door.

Niks mag, behalve…

Met vroeger bedoel ik vóór 1970 – in dat jaar werd de naamwet ingevoerd die nu nog steeds van kracht is.

Sindsdien geldt: alles mag, behalve… Je mag je kind alles wat je maar kunt bedenken als voornaam geven, zolang het niet ‘ongepast’ is en het geen achternaam is. Onder de oude wet was het juist: niks mag, behalve… Alleen namen van de heiligenkalender en uit de oude geschiedenis waren toegestaan.

Oeverloos

Je mag van de wet van 1970 vinden wat je wilt, maar hij heeft wel een einde gemaakt aan een hoop oeverloze discussies.

In 1917 kreeg een ambtenaar van de burgerlijke stand het voor elkaar de voornaam Ivo te weigeren. De vader van het kind stapte naar de rechter en kreeg gelijk, maar niet nadat hij had aangetoond dat er een kruisvaarder genaamd Ivo van Grantmesnil had bestaan en de rechtbank had geoordeeld dat de ‘oude geschiedenis’ ook de middeleeuwen omvatte.

In 1942 woedde er een discussie over de vraag of de Griekse mythologie deel uitmaakt van de oude geschiedenis. Nee, vond de burgerlijke stand van Cuijk, die daarom weigerde de namen Johanna Gerardina Adraesteia Oenone Irene in te schrijven.

Ja, vond de rechtbank van ‘s-Hertogenbosch nadat de vader van het kind wetenschappelijke werken had laten zien waaruit bleek dat ‘de klassieke mythologie een integreerend bestanddeel uitmaakt van de antieke geschiedenis’.

Scheidsrechter

Dit zijn maar twee van de vele conflicten die ontstonden door de onduidelijke formulering van de oude naamwet. Ambtenaren van de burgerlijke stand zaten daar natuurlijk niet te wachten. Sommige gemeentes stonden daarom gewoon maar bijna alles toe. Andere besloten er een externe scheidsrechter bij te halen, zoals het boekje van Meijers en Luitingh.

Dat leek op het eerste gezicht misschien een prima oplossing, maar het kon tot vreemde beslissingen leiden. Zo mocht je je kind wel Bobolinus, Evergeet, Hilarion, Kenau, Kerspijn, Markfried, Raap, Radfridus of Sieghelma noemen (want die namen staan in het boek), maar niet Colinda, Dionne, Glenn, Joey of Loraine, om maar een paar namen te noemen die in de jaren 60 echt zijn geweigerd.

Grote prul

De absurdste weigering was die van de naam Siebriena in 1961. De oma én vijf nichtjes van het meisje heetten Siebriena, maar… helaas meneer, staat er niet in.

‘Dat boek van Meyers en Luitingh is ’n grote prul’, pruilde Hilbrand Elsinga, de vader van Siebriena. ”t Feit ’n naam niet op de lijst voorkomt wil niet zeggen dat hij niet mag gekozen worden.’

Leeuwarder Courant, 20 april 1962
Leeuwarder Courant, 20 april 1962

Wat vind jij?

Daar had hij natuurlijk – vind ik althans – helemaal gelijk in (en dat gelijk heeft hij uiteindelijk ook gekregen). Maar wat vind jij daarvan? Ben je blij dat kinderen tegenwoordig Belofte, Vlinder-Jezzebelle, Jean-Gennathalia en Berlusconi mogen heten of zie je het idee van een lijst met toegestane namen wel zitten? Laat een reactie achter!

🤞 Nieuwe blogs in je mail?

Volgen kan ook via Mastodon en RSS.