In de politiek wordt al jaren gesproken over een verbod op huwelijken tussen neef en nicht. Voorlopig mag het nog, maar hoe is dat wettelijk eigenlijk geregeld? Met welke familieleden mag je wel en niet trouwen?
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt in artikel 1:41 dat het verboden is te trouwen met:
- iemand van wie je afstamt (je ouders of grootouders);
- iemand die van jou afstamt (je kinderen of kleinkinderen);
- je broer of zus.
Het verbod geldt ook voor adoptieouders en -kinderen. Je mag dus niet trouwen met je adoptiemoeder en ook niet met het geadopteerde kind van een van je eigen kinderen.
Een huwelijk met je adoptiebroer of -zus is in bepaalde gevallen wel toegestaan. Als daar “gewichtige redenen” voor bestaan kan de minister van Justitie ontheffing van dit verbod verlenen.
Voor 1970 was de wet strenger. Naast de hierboven genoemde beperkingen verbood het oude Burgerlijk Wetboek (artikel 1:88) ook nog huwelijken:
- met je zwager of schoonzus;
- met je oom/tante of oudoom/oudtante.
Ook voor dit verbod kon dispensatie worden verleend. Een bekend geval isΒ Anton Mussert, die in 1917 toestemming kreeg om te trouwen met zijn tante Maria Witlam. Dat was uitzonderlijk, maar huwelijken tussen zwager en schoonzus waren naar mijn ervaring niet zeldzaam. Het was niet ongebruikelijk dat een weduwnaar hertrouwde met de zus van zijn vrouw. Kennelijk moest daarvoor steeds dispensatie worden verleend.
De meeste genealogen zullen kunnen beamen dat ook huwelijken tussen neef en nicht veel voorkwamen. In veel dorpsgemeenschappen had men waarschijnlijk ook weinig keus.