Voor een goede vaderlander was er rond de oorlogsjaren natuurlijk niets mooiers dan een kind te vernoemen naar een lid van het koningshuis. Naar prins Bernhard bijvoorbeeld. Alleen jammer dat de beste man zo ontzettend veel voornamen had.
Het echtpaar De Bie durfde het in 1946 aan en liet hun zoon inschrijven met alle negen voornamen van de prins-gemaal. De families Oosterbaan en Van Teunenbroek vonden het bij de zesde naam wel welletjes en Schrik en Jansen stopten in 1941 bij numero vijf.
- Bernhard Leopold Friedrich Eberhard Julius Kurt Karl Gottfried Peter de Bie (1946)
- Bernhard Leopold Friedrich Eberhard Julius Kurt Oosterbaan (1937)
- Bernhard Leopold Friedrich Eberhard Julius Kurt van Teunenbroek (1986)
- Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Schrik (1941)
- Bernhard Leopold Friedrich Everhard Julius Jansen (1941)
Andere Bernhard-fans die ik in het Amsterdamse persoonskaartenarchief vond, hielden het na twee of drie namen voor gezien:
- Bernhard Leopold Friedrich Sinnecker (1937)
- Bernhard Leopold Frederik Burrekers (1944)
- Bernhard Leopold Frederik de Bondt (1954)
- Bernhard Leopold Rijkenberg (1937)
- Bernhard Leopold van Beek (1938)
- Bernhard Leopold Lantrok (1941)
- Bernhard Leopold Lubberts (1941 )
- Bernhard Leopold van Veen (1942)
- Bernhard Leopold Voerman (1942)
- Bernhard Leopold Eveleens (1945)
Waarschijnlijk hebben verreweg de meeste kinderen die naar de prins zijn vernoemd alleen zijn roepnaam meegekregen. Dat was ook duidelijk genoeg, want vóór het huwelijk van Bernhard en Juliana was zijn naam in Nederland helemaal niet gebruikelijk.
In de onderstaande grafiek van de Nederlandse Voornamenbank is dat mooi te zien. Tot 1936 (het jaar waarin Bernhard en Juliana zich verloofden) werden er nauwelijks Nederlandse kinderen Bernhard genoemd, maar daarna schoot de populariteit van de naam als een raket omhoog. De piek duurde bijna een halve eeuw, maar is inmiddels echt voorbij: de naam is alweer twintig jaar op het niveau van voor 1936.