Ik heb al uitgebreid stilgestaan bij de achternamen van vrijgelaten slaven in Suriname. Vandaag het begin van een reeks artikelen over hun voornamen. We trappen af met een overzicht van de 150 vreemdste voornamen.
Slaven hadden geen achternaam, maar uitsluitend een voornaam. Ter onderscheiding van de voornaam die ze bij hun vrijlating kregen, noemt men deze doorgaans ‘slavennaam’.
Meestal waren dat gewone voornamen (Susanna, Lodewijk, Henriette, Alexander), maar vaak ook andersoortige namen die een niet-slaaf niet snel zou dragen. Echte slavennamen dus.
Op de site van het Nationaal Archief is een overzicht te vinden van 34.442 Surinaamse slaven die in 1863 werden ‘geëmancipeerd’. Voor het onderstaande overzicht heb ik daaruit de 150 vreemdste slavennamen verzameld.
- A la Bonheur
- Abuis
- Accord
- Adonis
- Advocaat
- Afrika
- Agamemnon
- Ajax
- Albert II
- Amerika
- Amourette
- Arlequin
- Arrivé
- Asmodeus
- Australia
- Avance
- Avontuur
- Bacchus
- Baron
- Barones
- Beentjes
- Beterschap
- Bienvenue
- Bisschop
- Black Louis
- Blakka Bettie
- Blondina
- Bokkie
- Bonaparte
- Boncoeur
- Brigadier
- Brilletje
- Broederschap
- Brunette
- Brutus
- Cadeau
- Chagrijn
- Champagne
- Charmantje
- Chocolaad
- Columbus
- Compagnie
- Complaint
- Coquette
- Crook
- Dandy
- Dankbaarheid
- de Gloria
- Diamant
- Dokter
- Don Quichot
- Donderdag
- Dragonder
- Dwingeland
- Enfin
- Exceptie
- Favoriet
- Finesse
- Fornothing
- Fortuin
- Gay
- Geduld
- Geluk of Goodluck
- Goliath
- Graaf
- Gravin
- Hannibal
- Hazard
- Hector
- Held de la Mancha
- Hercules
- Homerus
- Hoop
- Hopewell
- Horatius
- Huzaar
- Jan Baas
- Jan Plezier
- John de Moor
- Jolie Coeur
- Jupiter
- Kanonnier
- Kapitaal
- Kardinaal
- Kerkhof
- Koekoek
- Lakei
- Lange Frans
- Le Mast Rouge
- L’Esperance
- Luitenant
- Mahomet
- Mamaatje
- Mary Bob
- Mettertijd
- Mon Souci
- Mondje
- Monplaisier
- Montesuma
- Musquetier
- Mylord
- Neptunus
- Nieuw Maria
- Nieuwjaar
- Nimrod
- Nooitgedacht
- Numa Pompilius
- Onderneming
- Ongeluk
- Onrust
- Oorlog
- Opzigter
- Permissie
- Pluto
- Poelepantje
- Poesje
- Pompadour
- Pompelmoes
- Premiere
- Present
- Princes
- Queen
- Registratie
- Rob Roy
- Runaway
- Sance Pankel
- Sans Souci
- Sanspeur
- Saturnus
- Snowball
- Socrates
- Stuurman
- Succes
- Sultan
- Surinamia
- Tollenaresse
- Tomboy
- Turn Bull
- Vaarwel
- Vaderland
- Van Speijk
- Verwonderd
- Voorspoed
- Vorst van Swartsenberg
- Vriendje
- Vulkaan
- WeeWee
- Welkom
- Wildeman
- Willem Tell
Helouise Trustfull says
Je kan nog een naam toevoegen,mijn grootvader heette Amsterdam.
Ik ben reuze benieuwd waar dat vandaan komt.
Maarten van der Meer says
Plaatsnamen kwamen wel vaker als voor- of achternaam voor. Wat daar precies de reden voor is weet ik niet. Madretsma (Amsterdam omgekeerd) komt ook voor.
Ro says
Het lijkt mij van een Slavendrijver afkomstig uit Amsterdam, die in Su een plantage dreef.
marissa daruwalla says
Hi Julia en Maarten,
Ik ben mijn stamboom aan het maken. Zoozoo en Jacoba Premiere en L’Esperance zijn toevallig voor-voor-voorouders van mij. Weet uw hoe je aan een naam als Zoozoo eventueel zou komen?
Thanx
Ro says
Het komt bij mij over als of het klinkt dat ze zo over haar spraken.. Afkeurend alsof ze niet goed genoeg was zeg maar. Premiere kan van een Fransman afstammen of Frans Gynea
. L” Asperance richting Martiniqe die omgeving denk ik ergens in die richting.
Jakez says
Een…… Bastiaan……was de bijnaam voor een slavendrijver in Suriname in 19e eeuw,
Kent iemand dit gebruik ???
Maarten van der Meer says
http://etymologiebank.nl/trefwoord/bastiaan
bastiaan (Surinaamse slavenopzichter)
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek
bastiaan [Surinaamse slavenopzichter] {bastia 1740, bastiaan 1749} < sranantongo basya < engels overseer (vgl. blank-officier). J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands bas’tiaan (de, -s, bastianen), 1. (hist.) syn. van basja* (1): z.a. Op plantage* Zeezigt waren 800 slaven, over wie 8 neger-opzichters of bastiaans gesteld waren (Bartelink 13). - 2. (verouderend) syn. van basja* (2): z.a. Verleden jaar heeft de bastiaan ons op maripa’s* en markoesa’s* onthaald (J&L 1922: 46). - Etym.: Het is de vernederlandsing van basja. Oudste vindpl. (van 1) 1772 (zie De Beet 106). Lammens (1822; 1982: 117) gebruikt een tussenvorm: bassiaan. - Samenst. van 1: loodsbas-iaan*. Syn. van 1 ook bomba*, negerofficier*. Zie ook: officier*, blankofficier*. Opm.: In prokl. van 1815 (S&dS 1342) wordt b. gebruikt voor ‘opzichter’, i.c. van de gemene weide*.
Ro says
Een Basja bedoelt u. Hij werd door de slavendrijver uitgekozen en moest over zijn eigen mensen de baas spelen straffen en zweepslagen uitdelen. Als hij dat niet deed, leefde hij ook niet meer.lang. het lijkt op een voorkeurs- positie, maar was vreselijk natuurlijk.