Wolf David Augurkiesman meldde in 1870 in de krant dat zijn vrouw Beletje Heertjes “voorspoedig” was bevallen van een dode dochter.
Deze formulering, die destijds vrij gebruikelijk was,Β klinkt nu behoorlijk cru. Er wordt natuurlijk bedoeld dat de moeder het goed maakt, al is het kind overleden, maar zouden we een miskraam tegenwoordig “voorspoedig” noemen?